Aanpak Obesitas gezamenlijke verantwoordelijkheid

In de vorige blog is het verschil uitgelegd tussen preklinische en klinische obesitas. In de aanpak van beide typen obesitas kan heel veel samengevoegd worden. Nogmaals iemand met preklinische obesitas hoeft nog niet behandeld te worden, maar mag wel meedoen aan een behandelingstraject. Voordat er een behandeling plaats gaat vinden moet er eerst gericht gekeken worden welke oorzaken er hebben bijgedragen aan het ontstaan van obesitas en hoe die aangepakt kunnen worden.

Oorzaken in kaart brengen

We weten al meerdere jaren dat het te gemakkelijk is om te zeggen dat obesitas is ontstaan door teveel te eten en te weinig te bewegen. In het boek “Vet belangrijk” van Mariëtte Boon en Liesbeth van Rossum wordt aan de hand van voorbeelden uit hun praktijk uitgelegd dat het vaak gaat om een combinatie van oorzaken. In Nederland kennen we het Partnerschap Overgewicht Nederland. In deze organisatie wordt samengewerkt met artsen, het Voedingscentrum de GGD’s,  diëtisten, fysiotherapeuten, maar ook partners die zich bezighouden met maatschappelijke problemen, denk aan Stichting Lezen en Schrijven en het UWV.

Stress is een belangrijke factor

Het is niet voor niets dat ook maatschappelijke organisaties worden betrokken bij de aanpak van obesitas. Voor heel veel mensen is het lastig om goede voedingskeuzes te maken. Dat kan het gevolg zijn van onvoldoende kennis, maar ook van onvoldoende geld om gezonde voedingsmiddelen te kopen. Als je onvoldoende geld hebt is het elke maand stressvol om te kijken of je allerlei normaal noodzakelijke kosten kunt ophoesten. Denk aan de energierekening, huur/hypotheek en eten en drinken, kleding en kosten voor studie en/of werk.
In Nederland zijn 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Dat betekent dat ze ook moeite hebben met het omgaan met een smartphone, als ze die al hebben, en ze kunnen veel moeilijker aan een baan komen. Digitale vaardigheden zijn tegenwoordig onmisbaar om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer.
Wanneer deze oorzaken van stress niet aangepakt worden, kunnen deze mensen niet/onvoldoende behandeld worden.

In beweging komen: buiten

Het gaat dan in eerste instantie niet om deelname aan een georganiseerd sportaanbod, maar wandelen, fietsen en andere vormen van spelen en sporten. Als de woonomgeving onveilig is, bijvoorbeeld doordat er veel slecht verlichte plekken zijn, of gevaarlijke verkeerssituaties, is het niet aanlokkelijk om buiten te spelen voor (jonge) kinderen en hun ouders. Misschien klinkt het gek om ook ouders te benoemen bij sport en spel, maar zij kunnen kinderen daarin begeleiden, bijvoorbeeld als scheidsrechter bij een teamspel. Ook kunnen ze zelf bijvoorbeeld meedoen in een teamspel.
Om dat mogelijk te maken, moeten er wel spellocaties, straten en parken ingericht worden die op een redelijke afstand van huis liggen. De planoloog heeft dus ook een taak.

In beweging komen: binnen

Het valt me vaak op dat de roltrappen en liften in gebouwen en op stations van het openbaar vervoer sneller te vinden zijn dan de gewone trap. Vaak is de trap dan ook nog eens gelegen in een hoek die minder goed verlicht is. Ook als je de weg vraagt in een gebouw, en je moet op een andere verdieping zijn wordt er meestal vanuit gegaan dat je de lift neemt in plaats van de trap. Wanneer je per se de trap wilt nemen, moet je daar apart om vragen waar deze te vinden is. En juist met traplopen kun je ongemerkt toch weer wat stappen maken.

Verkeer veiliger maken

Je kunt mensen verleiden om meer te gaan lopen en fietsen door meer loop- en fietspaden aan te leggen die ook veilig zijn. Ook wanneer er meer groen is in een wijk kan dat al helpen om mensen te verleiden om er gebruik van te maken. Het plaatsen van goede beveiligde/bewaakte fietsenstallingen kan helpen om mensen vaker de fiets te laten pakken. Buiten bewegen heeft daarnaast ook het voordeel dat je een klein beetje vitamine D aanmaakt. Het bewegen in de buitenlucht kan ook helpen tegen sombere gevoelens. Als je het ongezellig vindt om alleen te wandelen of te fietsen of je vindt het lastig om daar een regelmaat in op te bouwen kan het helpen om een fiets- of loopmaatje te zoeken. Op meerdere plaatsen zijn er fiets- en loopgroepen actief.

Voedingsaanbod aanpakken

Voeding blijft echter altijd een speerpunt in de aanpak van obesitas. Het voedingsaanbod in de supermarkten en op stations van het Openbaar Vervoer is doorgaans van een bedenkelijk niveau. In de supermarkt is meer dan 80% van het aanbod niet terug te vinden in de Schijf van Vijf. Dat betekent dat het niet voldoet aan de Richtlijnen Goede Voeding. Zo wordt de consument in de gemiddelde winkel voor de dagelijkse boodschappen nog steeds blootgesteld aan heel veel verleidingen. Op de stations, in sportcentra en in bedrijfskantines is het aanbod van gezonde voedingsmiddelen doorgaans niet veel beter dan in de supermarkt. Dus ook daar zijn behoorlijke verbeterslagen te maken.
Dat betekent dat de beleidsmakers van de overheid en de voedingsindustrie zelf ook flink aan de slag moeten voor een gezonder Nederland.

Kortom

Eerst moeten de oorzaken goed in kaart gebracht worden. Vervolgens moet er een behandelaanbod komen dat goed afgestemd is op de persoon. Aandacht voor de lees- en schrijfvaardigheid, digitale vaardigheden is nodig om de zelfredzaamheid te vergroten. Werk dient voldoende te lonen om eraan te beginnen. En de woonruimte dient voldoende te zijn. De oorzaken van armoede, stress en ziekte moeten worden aangepakt. Mensen moeten hun waardigheid weer terug krijgen en/of behouden.
Ook de inrichting van de buiten- en binnenomgeving moet uitnodigen om in beweging te komen en te blijven.
Uiteraard moet het voedingsaanbod in de supermarkten, stations, sportcentra, scholen en bedrijven ook gezonder gemaakt worden, zodat gezonde keuzen voor voedsel en drinken logischer en gemakkelijker wordt.
De aanpak van obesitas is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van individu, overheid en bedrijfsleven.

In de volgende blog kijken we nog verder naar andere oorzaken van obesitas.

anneke-palsma

Zoek je een advies voor voeding bij jouw sport, dan kun je bij mij terecht.

Drs. Anneke Palsma