Botgezondheid wielrenners
Sporten helpt om sterkere botten te krijgen. Toch lijkt dat dit jaar niet op te gaan voor de drie vedetten die dit jaar in de Tour de France zijn afgestapt vanwege botbreuken. Dat roept de vraag op waardoor dit wordt veroorzaakt. Krijgen ze te weinig voedingsstoffen binnen? Of is er iets anders aan de hand? Welke voedingsadviezen zijn zinvol om de kans op botbreuken te voorkomen?
Mogelijke oorzaken van botbreuken in het wielrennen
Deze week bleek dat vallen als een belangrijke oorzaak van botbreuken kan worden aangemerkt. Dat klinkt als een open deur en er wordt nu gespeculeerd over de oorzaken waardoor wielrenners vallen in de koers. In De Volkskrant van 15 juli noemt hierbij verschillende mogelijke oorzaken, zoals de stijvere frames van carbon en het weer. Nu regent het wel vaker tijdens de Tour de France en ook bij andere koersen valt er wel eens regen of zelfs sneeuw. Dat is dus geen sluitende verklaring. Daarnaast wordt ook het gebruik van de pijnstiller Tramadol genoemd, omdat het de alertheid kan verminderen.
In het gehele artikel wordt er met geen woord gerept over voeding of andere mogelijke oorzaken van de botbreuken.
Botdichtheid van wielrenners laag
Nu wordt algemeen aangenomen dat sporten goed is voor het ontwikkelen van een sterk bottenstelsel. Vooral bij sporten waarbij vaak gesprongen wordt en bij duursporten zoals hardlopen wordt er veel meer kracht uitgeoefend op de botten waardoor er meer voedingsstoffen naar de botten worden getransporteerd. Hierdoor neemt de mineraaldichtheid van de botten toe.
Uit onderzoek van Olmedillas blijkt echter dat de botmineraaldichtheid niet toeneemt door fietsen. Nagle concludeerde uit data van meerdere studies dat wielrenners een risico lopen op een lage botmassa, vooral in de wervelkolom. De verminderde botmineraaldichtheid wordt onder andere veroorzaakt doordat er bij het wielrennen onvoldoende kracht uitgeoefend wordt op de het skelet. Hierdoor is er minder toevoer van voedingsstoffen die nodig zijn voor de instandhouding van de botten. Dit geldt ook voor sporten als aquajoggen en zwemmen.
Verstoord eetgedrag
Daarnaast hebben wielrenners een “voordeel” als ze een zo laag mogelijk gewicht hebben. Dat kan leiden tot onverantwoord lijnen en op den duur verstoord eetgedrag. Vrouwen lijken hier vatbaarder voor dan mannen, maar uit verschillende boeken van mannelijke wielrenners blijkt dat ook zij gevoelig zijn voor het ontwikkelen van een eetstoornis. Bij vrouwelijke sporters kan er sprake zijn van de female athlete triade. Dit gaat gepaard met het uitblijven van de menstruatie, bloedarmoede, vermoeidheid, koude handen en voeten, een droge huid en in een later stadium ook verminderde botdichtheid en haarverlies. Bij mannen met anorexia atletica treden ook bloedarmoede, vermoeidheid, koude handen en voeten, haaruitval, droge huid en een verminderde botdichtheid voor. Wie minder eet dan hij /zij nodig heeft wordt ook minder alert en kan ook andere psychische klachten krijgen zoals minder zelfvertrouwen en depressie .
Wat te doen bij verstoord eetgedrag?
Als je als sporter kampt met een eetstoornis kan hij/zij het beste hulp zoeken bij een (sport)psycholoog en (sport)diëtist die gespecialiseerd is in het behandelen van eetstoornissen. Meer hierover is ook te vinden op de site van NOC*NSF en op deze site en onlangs is er een telefoonlijn geopend waar je hulp kunt vragen bij eetstoornissen in de sport.
Gezonde botten
Botweefsel is opgebouwd uit een collageenmatrix waarin calcium en fosfor is opgeslagen in de vorm van calciumhydroxyapetiet. De stevigheid van het bot is afhankelijk van de botmineraaldichtheid. Gedurende de groei is er extra calcium en fosfor en vitamine D nodig voor het vastleggen van calcium en fosfor in het bot. Het lichaam kan onder invloed van zonlicht vitamine D aanmaken in de huid. Ook blijkt dat vitamine K invloed heeft op de botstevigheid. Daarnaast dient de voeding genoeg eiwit te bevatten om voldoende colageenweefsel aan te maken.
Belangrijke voedingsmiddelen
Eiwitten worden voornamelijk verkregen uit dierlijke producten zoals vlees, vis, ei en melk. De belangrijkste bronnen voor eiwitten van plantaardige oorsprong zijn peulvruchten, noten en granen. Vitamine D wordt geleverd door halfvolle en volvette melkproducten, boter, margarine en halvarine en vette vis, zoals haring, zalm, makreel en paling. Vitamine K wordt voornamelijk geleverd door koolsoorten en donkergroene bladgroenten zoals spinazie.
Calcium wordt geleverd door melk en melkproducten en een klein beetje door groenten. Het nadeel van calcium in groenten is dat de opname wordt belemmerd doordat groenten stoffen als oxaalzuur bevatten. De belangrijkste bronnen van fosfor zijn de dierlijke voedingsmiddelen.
Gezonde botten en een gezond gewicht
Voor wielrenners geldt ook dat ze voor een gezond gewicht en vetpercentage moeten zorgen. Wie meedoet aan meerdaagse wielerkoersen moet dus in een goede voedingstoestand zijn én deze behouden gedurende de wielerronde.
Een wielrenner dient dus voldoende van alle voedingsstoffen binnen te krijgen. Dat wil zeggen dat de voeding meer eiwitten per kg lichaamsgewicht en meer koolhydraten dan een voeding voor iemand met minder activiteit. Uiteraard is de behoefte aan mineralen en vitamines ook verhoogd, maar door de verhoogde inname kan hierin in veel gevallen tegemoet gekomen worden, maar monitoring van de voedingsstatus van topatleten door sportarts en sportdiëtist is hier toch echt van levensbelang. Meer hierover weten? Neem dan gerust contact op.