Doolhof van voedingsdeskundigen
Consumenten hebben mogelijk minder vertrouwen in voedingsadviezen van officiële instanties. Veel mensen kiezen liever voor een quick fix met pillen en poeders. Er zijn steeds meer “spelers op de markt” die naar de gunsten van het algemeen publiek dingen. Daarom is het handig om een wegwijzer te bieden in dit doolhof van beroepsgroepen, roeptoeterij en reclames.
Wegwijzer nodig
Tegenwoordig wordt de kreet “Je bent wat je eet” meer serieus genomen dan ooit. Voedselgoeroes en bloggers (zonder opleiding en gedegen kennis) rollebollen over elkaar heen om de gunsten van de consument te winnen. De een roept nog harder dan de ander “dat het eten van tegenwoordig niet meer te vertrouwen is”. Dat dit tot vreemde uitwassen kan leiden werd ook deze week weer duidelijk. In de actualiteitenrubriek EenVandaag vertelde een jonge vrouw hoe haar bezorgdheid over haar voedsel ontaardde in een ongezonde angst voor normale voedingsmiddelen.
Voor de consument lijkt het al langere tijd niet meer duidelijk waar goede betrouwbare informatie over voeding te vinden is, want iedereen mag zich voedingsdeskundige noemen. Toch zijn er maar een paar echte professionele opleidingen op het gebeid van voeding.
Voedingsprofessionals op MBO-niveau
Om met de MBO-ers te beginnen: we kennen de voedingsconsulent en de gewichtsconsulent. Voor deze beide beroepen wordt een studie gevolgd van hooguit één jaar. De voedingsconsulent heeft geleerd om informatie te geven over gezonde voeding in het algemeen. De gewichtsconsulent is opgeleid om informatie te bieden voor het behoud of het verkrijgen van een gezond gewicht. Zij zijn alleen geschoold in het begeleiden van mensen met een BMI tot 30 zonder andere gezondheidsproblemen.
Een voedingsconsulent of een gewichtsconsulent die hun vak bij willen houden zorgen ervoor dat ze zich gedurende hun loopbaan regelmatig laten bijscholen.
Voedingsprofessionals op HBO-niveau
Als er medicijnen gebruikt worden of er is al een risicofactor voor hart en vaatziekten geconstateerd of er is sprake van een ziekte is de diëtist de aangewezen professional om hierover te adviseren. De diëtist heeft een 4-jarige opleiding op HBO-niveau afgerond en is geschoold. Zij/hij heeft kennis van anatomie en ziekteleer en het verband tussen voeding en ziekte. De diëtist heeft tijdens de opleiding ook technieken geleerd om de consument te ondersteunen bij het veranderen van zijn/haar eetgedrag.
Daarnaast kennen we ook de leefstijlprofessional. Deze beroepsbeoefenaar heeft geleerd om voedingsproblemen te signaleren en algemene voedingsadviezen te geven maar ook om een persoon door te verwijzen naar andere paramedische beroepsbeoefenaren, zoals een fysiotherapeut.
Diëtist kan zich specialiseren en houdt haar vak bij
Na de HBO-Voeding en Diëtetiek kan de diëtist zich specialiseren in een bepaald onderdeel van het vakgebied, door het volgen van een post-HBO-scholing. Voorbeelden van zulke opleidingen zijn de post-HBO Sportdiëtetiek en de post-HBO Eetstoornissen.
Daarnaast kun je ook andere cursussen volgen zoals de ISAK 1 en 2 waarmee je leert om de lichaamsbouw en –samenstelling te bepalen. Voor sporters kan het meten van de lichaamssamenstelling helpen om veranderingen hierin als gevolg van een trainingsschema en voedingsinterventie te monitoren. Voor mensen die gewicht willen verliezen kan het meten van de lichaamssamenstelling motiveren om zich te blijven focussen op hun sportieve- en/of gezondheidsdoelen.
Naast het specialiseren is het belangrijk om het vak bij te houden. Daarom volgen de diëtist en de leefstijlprofessional gedurende hun hele loopbaan bijscholingen en ze bezoeken congressen en symposia. Daarnaast verdiepen ze zich in de wetenschappelijke literatuur om nieuwe inzichten zo snel mogelijk toe te kunnen passen.
Voedingskundigen op universitair niveau
Naast de eerder genoemde beroepen kennen we ook voedingskundigen op universitair niveau met een master of doctorandustitel. Zij hebben geleerd om wetenschappelijk onderzoek te kunnen analyseren. Voedingskundigen op universitar nivau noemen zich tegenwoordig ook (terecht) voedingswetenschapper. Daarnaast zijn ze in staat om wetenschappelijke kennis te vertalen naar begrijpelijke informatie voor de consument en andere (zorg)professionals die met voeding te maken hebben. Het voordeel van een universitaire opleiding is dat je hebt geleerd dat er niet één waarheid is en dat die waarheid altijd onderhevig is aan voortschrijdend inzicht. Dat maakt het voedingsvak erg boeiend voor de professional, maar wel lastig te behappen voor de consument.
Tegenwoordig zijn er ook steeds meer diëtisten die een universitaire opleiding hebben gevolgd, zoals ikzelf destijds heb gedaan.
Vergelijking lichaam en auto en bespaartip
Wees eens eerlijk: zou jij met je auto naar en fietsenmaker gaan voor het onderhoud ervan? Waarom wil je wel elke maand een fors bedrag betalen aan voedingssupplementen die niet nodig zijn, die slechts een tijdelijk effect hebben en in sommige gevallen zelfs schadelijk zijn? Je valt altijd zeer plaatselijk af van supplementen, namelijk in je portemonnee. En laat dat nou net de plek zijn waar je niet wilt afvallen.
Met een bezoek aan een erkende (sport)diëtist kan je heel veel besparen, omdat er alleen supplementen worden geadviseerd als je met normale voedingsmiddelen niet aan voldoende voedingsstoffen kunt komen. Het diëtistenbezoek kan dus tot een grote besparing leiden als jij twijfelt of je supplementen nodig hebt.
En voor sporters
Weet je dat sporters die in aanmerking komen voor een dopingcontrole al vaker onaangenaam verrast werden doordat hun voedingssupplement een dopinggeduide stof bleek te bevatten? Het kan voor zo’n sporter betekenen dat hij/zij een dopingschorsing uit moet zitten. Daarom geldt voor sporters bij een suppletieadvies altijd dat ze het beste supplementen kunnen gebruiken die aan de NZVT-eisen voldoen.