Ethisch groen geluk of schone schijn?
Als je de berichten over voedingshypes volgt kan het je haast niet ontgaan zijn dat er nogal wat commotie is over de adviezen van de dames van The Green Happiness. Nu is er elders al genoeg geschreven over de inhoud van deze adviezen omdat de onderbouwing rammelt. Staat de geloofwaardigheid van de diëtist op het spel? Wat zegt dit over de kwaliteit van de diëtist in het algemeen?
Het advies van de diëtisten van The Green Happiness
Meestal hebben voedingsgoeroes geen noemenswaardige opleiding afgerond op het gebied van voeding en diëtetiek, maar voor de dames van The Green Happiness gaat dat niet op. Ze prefereren voornamelijk een voeding op plantaardige basis, maar de wetenschappelijke onderbouwing is niet al te stevig en dat is nogal zachtjes uitgedrukt. Opmerkingen zoals “een ei is het menstruatieproduct van een kip” en “gluten zorgen voor darmbeschadigingen” zijn eerder beweringen die je in de boodschap van een voedingsgoeroe verwacht dan van een professioneel opgeleide diëtist. En zo zijn er nog een aantal beweringen van deze dames die bij menigeen de wenkbrauwen doen fronsen. In hoeverre mag een diëtist afwijken van de gangbare voedingsadviezen?
Hoe past dit in de gedragscode van de diëtist?
De Nederlandse Vereniging van Diëtisten heeft al heel wat jaren een beroepscode die regelmatig wordt aangepast aan de eisen van de tijd. De laatste versie van deze beroepscode dateert van 2015.
Diëtisten die zich willen inschrijven bij het Kwaliteitsregister voor Paramedici dienen deze beroepscode te onderschrijven. Als we de beweringen van The Green Happiness naast de regels uit de Beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten leggen zijn er gelijk al een paar bepalingen die in het oog springen, namelijk:
1.3 Als diëtist ben ik persoonlijk verantwoordelijk voor de uitoefening van mijn beroep, neem ik hierbij de grenzen van mijn deskundigheid in acht en zal daarbij onafhankelijk en objectief optreden;
1.7 Als diëtist handel ik in overeenstemming met de stand van de wetenschap;
1.8 Als diëtist ga ik zorgvuldig en voorzichtig te werk bij het toepassen van nieuwe methoden of het betreden van nieuwe toepassingsgebieden;
1.12 Als diëtist neem ik bij mijn beroepsuitoefening deze beroepscode in acht en handel ik in overeenstemming met de voor de beroepsuitoefening geldende wet- en regelgeving;
4.15 Als diëtist wek ik gerechtvaardigde verwachtingen ten aanzien van de aard en de uitkomsten en de uitkomsten van mijn beroepsuitoefening.
Nu is er nog een aantal regels die hierbij aangehaald kunnen worden, maar voor de overzichtelijkheid beperk ik me tot de hiergenoemde 5 regels ten aanzien van de collegae van The Green Happiness.
Wetenschappelijke onderbouwing of overschrijding grenzen van deskundigheid
De dames geven aan dat ze geen wetenschappers zijn, maar claimen in hun boeken wel dat hun adviezen wetenschappelijk zijn onderbouwd. Daarmee lijken ze toch over de grenzen van hun deskundigheid te gaan. Vergelijking van de adviezen van The Green Happiness met de Richtlijnen Goede Voeding 2015 leert dat er nogal wat af te dingen valt op de onderbouwing. Het eiwitgehalte van de voeding zal doorgaans aan de lage kant zijn, waardoor deze voeding niet zo geschikt is voor ouderen, kinderen in de groei, zwangeren en mensen die herstellen van een ziekte. Dat bekrachtigt opnieuw dat ze zich niet houden aan de grenzen van hun deskundigheid. Het lijkt erop dat ze dus niet zorgvuldig genoeg te werk gegaan zijn bij de toepassing van hun nieuwe methodieken en daarmee houden ze zich niet aan de beroepscode. De adviezen van The Green Happiness zorgen dus niet voor groen geluk en de wetenschappelijke onderbouwing is schone schijn.
Hoe geloofwaardig is de diëtist?
Één zwaluw maak geen zomer en twee vallende blaadjes geen herfst om maar eens een spreekwoord aan een jaargetijde aan te passen. Twee diëtisten die iets over voeding beweren dat niet overeen komt met de laatste wetenschappelijke stand van zaken hoeven er dus niet toe te leiden dat de geloofwaardigheid van de diëtist op het spel staat, maar het is wel zaak dat diëtisten zich meer moeten uiten in de media om te melden wat goede voedingsadviezen zijn en hoe die aan het individu kunnen worden aangepast. Diëtisten zijn namelijk goed geschoold in het vertalen van een algemene voedings- en dieetrichtlijnen naar een voedings- of dieetadvies dat aangepast is aan de medische gegevens en de leefsituatie van een individu. Tegenover twee diëtisten die een mooi uiterlijk combineren met een voedingsboodschap die de angst voor gewone voedingsmiddelen aanwakkert staan vele capabele collega’s die goed onderbouwde adviezen geven. Het gaat hier dus om twee uitzonderingen in een grote beroepsgroep.
Intercollegiale toetsing nodig
In de beroepscode voor de diëtist is ook een bepaling opgenomen die als richtlijn gebruikt kan worden als een collega adviezen geeft die in strijd zijn met de huidige wetenschappelijke stand van zaken en zelfs voor schade kunnen zorgen voor het individu dat deze adviezen ontvangt. Deze bepaling luidt:
2.4 Als diëtist volg ik het beroepsmatig handelen van collegae kritisch en wijs hen op de beroepscode indien zij hiermee in strijd handelen.
Hiermee heeft de Nederlandse Vereniging van Diëtisten een prima argument in handen om met deze collega’s in gesprek te gaan.
En voor wie toch twijfelt of een ei het menstruatieproduct is van een kip raad ik aan om hier eens naar te luisteren.