Gezondheid voor iedereen

Het wordt al wat langer geroepen: De gezonde keuze moet gemakkelijker worden gemaakt. Het moet normaal zijn dat gezonde voeding, bewegingsaanbod, ontspanning en een rookvrije omgeving voor iedereen te realiseren is. Toch blijkt dat nog steeds niet het geval te zijn. Mensen die minder geld hebben leven korter en hebben meer gezondheidsproblemen dan mensen die financieel goed rond kunnen komen. Wat zou daaraan gedaan moeten worden?

Eerlijke kans op gezond leven

De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) schreef in haar rapport “Een eerlijke kans op een gezond leven” dat gezond leven voor veel burgers minder toegankelijk is. In haar essay “Gezondheidsverschillen voorbij” gaf de RVS al aan dat er te veel ingezoomd wordt op het individu, terwijl het hier een breder probleem betreft. Ze signaleert een maatschappelijk probleem dat verschillende oorzaken kent. Voor je gezondheid maakt het nogal wat uit waar je wiegje stond, welke opleiding je hebt gedaan en welk inkomen je hebt. Niet iedereen heeft gelijke kansen in het leven. Om een beeld te vormen hoe mensen in een achterstandspositie terecht kunnen komen is het lezen van “Gezichten van een onzeker bestaan” een aanrader. Deze verhalen van verschillende mensen maken duidelijk dat er in sommige individuele gevallen meer nodig is dan een paar adviesgesprekken. Ook de toeslagenaffaire wordt daarbij aangestipt in het verhaal van Eefke.

Aanbevelingen voor verbeteren van leefomstandigheden van groepen

Deskundigen uit de RVS die ervaring hebben met het verkleinen van gezondheidsverschillen kwamen met de volgende adviezen:
1. Pak de maatschappelijke oorzaken van gezondheidsachterstanden aan op landelijk, regionaal en plaatselijk niveau.
2. Alle ministeries moeten hieraan bijdragen. Geef Volksgezondheid Welzijn en Sport een regierol.
3. Leg het beleid vast voor tenminste 15 jaar zodat het patroon van “overerfbare armoede” doorbroken wordt.
4. Pas de aanpak aan op de lokale behoeftes en begin met de regio’s met de grootste gezondheidsachterstanden.
5. Besteed meer geld in het bestrijden van de gezondheidsachterstanden. Dat geldt op landelijk, regionaal en plaatselijk niveau. Werk als overheid samen met andere partijen, zoals zorgverzekeraars, bedrijven etc.
6. Maak het wettelijke verplicht in om gezondheidsachterstanden terug te dringen en zie toe op naleving daarvan.
7. Maak wetgeving om de markt die verleidt tot ongezond eetgedrag aan banden te leggen. Creëer een gezonde eet- en leefomgeving.

Nationaal preventieakkoord van 2018

In 2018 was er al in het Nationaal preventieakkoord (dat hier gedownload kan worden) op gehamerd dat preventie belangrijk is. De focus ligt daarbij op de aanpak van overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik. De preventienota richt zich op doelen die in 2040 gerealiseerd zouden moeten zijn. In dit akkoord werd ingezet op betere mogelijkheden voor een gezondere keuze qua voeding. Ook willen de auteurs dat er dan een rookvrije generatie is opgegroeid. Vervolgens wordt er op ingezet dat het dan normaal is dat jongeren voor hun 18de geen alcoholische dranken gebruiken. Kortom gewaagde doelen. Ook in deze nota worden de gezondheidsverschillen aangestipt. Het nationaal preventieakkoord is door zeventig verschillende maatschappelijke organisaties ondertekend. Het doel is om een maatschappelijke beweging op gang te brengen om een gezonder Nederland na te streven.

Aanvullende maatregelen preventieakkoord nodig

De tijd staat niet stil. De COVID-pandemie heeft ook in Nederland in 2020 2n 2021 de nodige druk gelegd op de zorg en dat kan de reden zijn dat bepaalde ambities uit het Nationaal preventieakkoord van 2018 nog niet van de grond zijn gekomen. Dat was de aanleiding dat het Rijks Instituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM) 44 deskundigen op het gebied van leefstijl en voeding heeft bevraagd welke aanvullingen er nodig zijn om de doelstellingen voor 2040 te behalen. De top vijf voor de voedingsadviezen daarin luidde:
1. Gezondere voeding goedkoper maken.
2. Minder verkooppunten van fastfood.
3. Invoering suikertaks op producten met toegevoegd suiker.
4. Meer reclame voor producten in de Schijf van Vijf.
5. Water in kantines en restaurants is gratis verkrijgbaar.

Overige adviezen voor een Gezonder Nederland

De 44 deskundigen die door het RIVM werden geraadpleegd gaven ook nog een aantal adviezen waarbij de gewenste resultaten voor 2040 ook meetbaar worden. Het gaat dan om:
1. Gezond voedingsaanbod in de kantines op sportlocaties, scholen en bedrijven. Ook de kinderopvang dient gezonde voeding voor alle leeftijdsgroepen te verstrekken.
2. Scholen, sportverenigingen en bedrijven moeten voldoende geld krijgen zodat ze voor inkomsten niet afhankelijk zijn van de verkoop van alcohol, snoep en tabakswaren.
3. De industrie moet door middel van scherpere wetgeving verplicht worden om gezondere producten te produceren. Er mag dan minder zout, suiker en ongezonde vetten aan levensmiddelen worden toegevoegd.
4. Leefstijlinterventies om gezondheidsverschillen te bestrijden, aangepast aan de behoeften van de doelgroep.
5. Meerdere partijen moeten samenwerken om de gezondheidsdoelen te bereiken.

Conclusie

Kijkend naar de adviezen van de RVS en het RIVM is er een grote overeenkomst, waarbij de deskundigen van het RIVM hun adviezen op het gebied van voeding en leefstijl meer gespecificeerd hebben. Daarnaast zijn de adviezen van het RIVM nog meer concreet gemaakt. Ze kunnen als landelijk beleid worden ingevoerd en in wetgeving worden vastgelegd. Ze zijn ook meetbaar.
De adviezen van de RVS zijn gedeeltelijk in wettelijke regels vast te leggen en ze zijn ook lastiger te monitoren. Wat echter wel duidelijk wordt uit alle drie rapporten is dat er meer samenwerking moet zijn tussen overheid op de verschillende niveaus. Daarnaast is er ook meer samenwerking nodig tussen overheid en private partijen, zoals sportverenigingen, bedrijven en zorgverzekeraars.
Uit het advies van de RVS en het RIVM valt ook te concluderen dat een eerlijke kans voor een gezonder leven beter bereikt kan worden als de marktwerking sterkt worden beteugeld.

anneke-palsma

Zoek je een advies voor voeding bij jouw sport, dan kun je bij mij terecht.

Drs. Anneke Palsma