Groente, een luxeartikel?

Je hoeft niet eens moeite te doen om berichten te vinden die elkaar tegen spreken: De gemiddelde Nederlander moet meer groente en fruit eten. Toch werd de btw voor groente en fruit op 1 april (geen grap) in Nederland verhoogd van 6 naar 9%. Hoe kan de overheid dit rijmen met de eigen ambities om mensen gezonder te laten leven? Wat kan er gedaan worden om gezonde voeding aantrekkelijker te maken?

Tegenstrijdig beleid?

Stichting Natuur en Milieu en hogescholen en enkele Universiteiten hebben in oktober 2017 bij het uitlekken van de plannen voor de verhoogde btw voor groenten en fruit al laten weten dat dit in strijd is met de doelstellingen voor het verbeteren van de voedselconsumptie van de Nederlandse bevolking. Juist door te investeren in groente en fruitconsumptie en het inzetten op een meer plantaardig voeding wordt duurzaamheid nagestreefd.
De overheid heeft in 2014 een Nationaal Programma Preventie opgezet waarin “de focus onder andere ligt op het voorkomen van diabetes en overgewicht”. In het Nationaal Preventieakkoord wordt ingezet op het verkleinen van de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk. De btw-verhoging geldt echter voor alle waren en diensten waarvoor eerder een btw-tarief van 6% gold (zie pag. 37). Daarom kon er dus voor groente en fruit geen uitzondering kan worden gemaakt volgens de overheid. Het betreft een verhoging van de all-in prijs van alle voedingsmiddelen.

Groente onbereikbaar?

In ons dichtbevolkte land lijkt het niet zo moeilijk om over groente te kunnen beschikken, maar je moet er wel wat voor (willen en kunnen) doen. Toch blijkt het ook vaak nodig om er vooral wat voor te laten. Dat is gemakkelijker geschreven en gezegd dan gedaan. Uit onderzoek van Buurtfacts dat in november 2016 werd verricht blijkt dat de fastfooddichtheid in de arme wijken in ons land hoger is dan in de rijkere gebieden. Even ter illustratie: Gemiddeld telt Nederland 6 fastfoodrestaurants op 10.000 inwoners, maar in arme wijken zou dat vele malen hoger liggen. Op deze site kun je zelf nagaan hoeveel fastfoodrestaurants jouw gemeente telt per 10.000 inwoners.
Volgens ditzelfde bureau zouden voedingskundigen ervoor pleiten dat de overheid fastfoodzaken in achterstandswijken zou moeten weren. Dat lijkt ook ondersteund te worden door het verhaal van de huisarts op deze pagina, maar is dat wel de oplossing?

Meersporenbeleid gewenst

Naast het weren van fastfoodrestaurants zou er ook ingezet kunnen worden op het populairder maken van gezond eten. Van een gezonde voedingsopvoeding heb je een leven lang plezier. Daarbij zijn projecten zoals “De gezonde Sportkantine” en “De gezonde Schoolkantine” een prima ondersteuning. Daarnaast biedt het inbedden voedingsonderwijs in vakken zoals biologie en thema’s rond duurzaamheid op de middelbare school in thema’s zoals gezondheid en maatschappij genoeg mogelijkheden om kinderen gedurende hun gehele basisschool- en middelbarre schooltijd bewust te maken van het belang van een gezonde en duurzame voeding. Hogescholen en universiteiten kunnen daar op hun beurtop aansluiten door in de kennismakingsweken ook kookworkshops aanbieden voor studenten en andere jongeren die na de zomer “op kamers” gaan wonen. In deze kookworkshops kunnen aankomende studenten leren hoe ze gemakkelijk een “eenvoudig doch voedzame maaltijd” kunnen bereiden voor weinig geld. Daarnaast lenen kookworkshops zich bij uitstek voor het “elkaar leren kennen en leren samenwerken”.

En voor wie minder te makken heeft?

Ook daarvoor zijn mogelijkheden te bedenken. In Zuid-Limburg zijn in het verleden cursussen ontwikkeld waarin mensen leerden om te koken voor weinig geld. Zo bracht het Voedingscentrum eens het boekje “Lekker voor weinig” uit met daarin gezonde en betaalbare recepten. En zo zijn er vast nog veel meer mogelijkheden te bedenken om mensen kennis te leren maken met groenten en om de groenteconsumptie op bevolkingsniveau te verbeteren.
Groente hoeft dus echt geen luxe te zijn, maar je moet het wel even durven…

anneke-palsma

Zoek je een advies voor voeding bij jouw sport, dan kun je bij mij terecht.

Drs. Anneke Palsma