Levensverwachting laagopgeleiden kan worden
Laagopgeleiden lijden vaker en langer aan ziekten die het gevolg zijn van een slechte voedingsgewoonte, roken, overmatig alcoholgebruik en weinig bewegen. De Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) vindt dat de landelijke en plaatselijke overheid en de zorgverzekeraars meer moeten samenwerken en in preventie moeten investeren, zodat dit gezondheidsverschil wordt verkleind. De huidige bezuinigingsmaatregelen belemmeren dit en de laagopgeleiden worden niet bij gezondheidsadviezen betrokken. Is dit nieuw? Gevolg van betutteling? Vanwaar deze ongerustheid? Wat moet er veranderen?
Laagopgeleiden vaker ziek
Op 13 december kopte De Volkskrant dat “Laagopgeleiden steeds ongezonder” worden. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) geeft in een rapport aan dat laagopgeleiden een kortere levensverwachting hebben dan hoogopgeleiden. Het is niet de eerste keer dat dit wordt opgemerkt. Het is zelfs de aanleiding geweest om juist bij deze groep mensen te vragen hoe zij over gezondheidscampagnes denken. Burgers hebben wel een eigen verantwoordelijkheid, maar ook gemeentes en Overheid hebben verplichtingen die in de wet zijn vastgelegd.
Wettelijk kader gemeente en overheid
Gemeente en overheid hebben een wettelijke zorgplicht. Gemeentes zijn sinds 1 juli 2003 verplicht om elke vier jaar een gezondheidsbeleidsnota vast te stellen waarbij de preventienota van het Ministerie van VWS als leidraad kan dienen. In de beleidsnota’s van 2003 en 2006 stonden overgewicht, diabetes en hart- en vaatziekten als speerpunt voor preventie genoemd. In 2011 wordt de term “preventienota” vervangen door “landelijke nota gezondheidsbeleid” en de ziektebeelden worden niet meer genoemd.
De Tweede Kamer heeft in 2010 geconstateerd dat gemeentes hun gezondheidsbeleid te algemeen formuleren. Sinds 1 oktober 2011 worden gemeenten gestimuleerd om de landelijke nota als uitgangspunt te gebruiken voor effectief gezondheidsbeleid (pag. 32 nota RVZ).
Gezonde keuze gemakkelijk volgens de overheid
In de landelijke gezondheidsnota staat op pagina 3 dat mensen hun keuzes maken “in een omgeving waarin de gezonde keuze gemakkelijk is”. Ook het Nederlands Instituut voor Gezondheidsbescherming en Ziektepreventie (NIGZ) beaamt dit op pagina 8 van hun overzicht met acties voor een gezonde leefstijl. In de beleidsagenda 2012 staat op pagina 26 het volgende: “Mensen bepalen zelf hoeveel en wat ze eten, hoeveel ze bewegen en hoe ze omgaan met hun gezondheid. De overheid heeft een belangrijke rol in het verschaffen van betrouwbare en doelgerichte informatie en het makkelijk maken van gezonde keuzes.”
Gezonde keuze gemakkelijk??
Een gezonde keuze ligt niet zo voor de hand in onze obesogene samenleving. Hoe zit het met mensen en middelen die nodig zijn voor de acties die het NIGZ adviseert? Laat er nou op dit moment door overheid en gemeentes bezuinigd worden op …. PREVENTIE! En omdat de zorgkosten stijgen is in het kader van ombuigingsmaatregelen 2012 de dieetzorg uit het basispakket 2012 geschrapt. En wat vinden de laagopgeleiden er zelf van?
Visie van de laagopgeleiden
Uit gesprekken met laaggeschoolden (pag. 54 en 55) blijkt dat ze gezonde voeding duur vinden. Ze hebben in het algemeen een negatief beeld van de overheid. Volgens hen zijn gezondheidscampagnes door gezonde mensen bedacht en ze staan ver van hun leefwereld. Tegenstrijdige adviezen zorgen voor verwarring: “Dan staat er in de krant dat melk goed is en dan weer niet”.
Denkt de overheid echt dat laagopgeleiden die doorgaans minder geld te besteden hebben dan een gemiddeld kamerlid hun geld uitgeven aan gezonde producten als deze duurder zijn dan de goedkopere en minder gezonde varianten of als er een vettax wordt ingevoerd op ongezonde producten? En dat ze meer gaan bewegen als ze in een minder groene en/of veilige buurt wonen? Laaggeschoolden worstelen met een gezond leven en worden nauwelijks betrokken bij de ontwikkeling van beleid. Het zou goed zijn om met hen in gesprek te gaan om het beleid beter op hen af te stemmen.
In gesprek met de doelgroep(en)
Bij individuele benadering kan door motiverende gespreksvoering nagegaan worden welke barrières de laagopgeleide weerhouden om gezond te eten en/of niet te roken. Er wordt samen met de cliënt gezocht naar een oplossing die bij zijn/haar situatie past. En al is het dan misschien niet optimaal, ook kleine veranderingen kunnen gezondheidswinst opleveren en tot verdere wijzigingen in leefstijl leiden en meer gezondheidswinst.
Op groepsniveau kan gewerkt worden met het vergelijkbare intervention mapping. Uit onderzoek blijkt dat dit tot ontwikkeling van interventies leidt die beter aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van de doelgroep(en).
Preventiewerkers willen wel aan de slag
Hiervoor moet er geïnvesteerd worden in tijd, geld en personeel. De mensen zijn beschikbaar, bezuinig ze niet weg, want dat is verspilling en het leidt op termijn tot nog hogere zorgkosten.
Oh ja, de dieetzorg moet weer terug in het basispakket. Daarom is er indertijd een actie gehouden om handtekeningen te verzamelen.