Maatje-meer naar sportief maatje-minder

Overgewicht: de cijfers en de kledingindustrie

Volgens het Nationaal Kompas heeft 53 % van de mannen vanaf 19 jaar overgewicht en is 11,3% obees. Van de vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep is 43,7% te zwaar en heeft 13,9% last van obesitas. We spreken van obesitas als de Body Mass Index (BMI) hoger is dan 30 De BMI wordt berekend met de volgende formule gewicht (in kg)/lengte² (in m)².
Bij kinderen blijkt dat ongeveer 14% overgewicht heeft.
Omdat de kinderen steeds dikker worden heeft de kledingindustrie onlangs de maten aangepast, waardoor een kindermaat 140 van 30 jaar geleden stukken kleiner is dan de kledingmaat 140 van tegenwoordig. Hierdoor merkt Jan Publiek het verschil in lichaamsomvang niet meer wanneer er kleding gekocht wordt

Obesogene omgeving

Het is gemakkelijk om te roepen dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar gezondheid en dat gewichtsbeheersing een kwestie is van een gezonde discipline, maar de werkelijkheid is veel complexer. Naast een verschil tussen energie-inname en energiegebruik door bewegen zijn er factoren die deze disbalans veroorzaken. Erfelijke factoren, psychisch welbevinden en bepaalde ziekten en medicijnen leiden tot gewichtstoename. In de meeste gevallen draagt de omgeving die veel vaker uitlokt tot eten dan vroeger bij tot meer eet- maar vooral snoepmomenten. Wie wel eens met het openbaar vervoer reist zal in de afgelopen jaren hebben gemerkt dat er veel meer verkooppunten van voedsel zijn bijgekomen op treinstations en andere knooppunten van het openbaar vervoer, zoals grote busstations. De automobilist komt ook vaker in de verleiding, doordat het assortiment van snacks en zoet versnaperingen in de winkels bij een benzinestation ook enorm is toegenomen.
Jawel: de keuze is reuze, tenzij je een gezonde snack wil of een drankje dat niet stijf staat van de suiker. Echt fruit is er maar mondjesmaat aanwezig.

Aanbod sportkantines kan beter

Onderzoek van het Mullierinstituut leert dat het aanbod in de sportkantines niet zoveel lijkt te verschillen van dat in een gemiddelde winkel bij een benzinestation. Naast koffie, thee en (mineraal)water wordt er veel frisdranken (zowel light als gewoon), zwak-alcoholische dranken, sportdranken zowel hypertoon als isotoon en energydrinks met cafeïne verkocht. Hierbij zij opgemerkt dat vooral de hypertone sportdranken (energiedranken) zeer veel suiker bevatten. Een flesje van 300 ml bevat 44 g suiker, oftewel 11 suikerklontjes. Ook chips, candybars, tosti’s, snoep en gefrituurde snacks zijn in de meeste sportkantines ruim voorhanden.
Uit onderzoek van het Mullier-instituut bleek verder dat er nauwelijks vers fruit, melk, karnemelk of yoghurt te koop wordt aangeboden. Kwark is al helemaal niet voorhanden, terwijl dit een prachtig product is voor herstel na inspanning.

Sporters hebben voorbeeldfunctie

Wie gezond eet kan beter presteren en heeft minder kans op ziekte en blessures. Sporters hebben eigenlijk een voorbeeldfunctie en zouden dat ook uit moeten dragen in hun voedingsgewoonte. De verschillende doelgroepen binnen de sport hebben zo hun eigen wensen, maar iedereen is gebaat bij een goede gezondheid. Daarom zijn sportkantines nu juist de plaatsen waar sporters én publiek kunnen ervaren dat gezond ook (erg) lekker kan zijn. Na een inspanning is het goed om een goede herstelvoeding te gebruiken.

Verschillende initiatieven

In het voetbal is er door Wilfried Genee een actie gestart voor een gezonder aanbod in de voetbalkantines, maar niet iedereen is positief.
Nu ons land gastheer is voor het WK Hockey wordt ook het beste beentje voor gezet om ook in de hockeykantines een gezonder aanbod te bieden. De tijd zal het leren of dat lukt. Ook NOC*NSF biedt hulp om samen met De gezonde sportkantine een gezonder aanbod samen te stellen. Al met al lijkt het erop dat er toch een kentering ophanden is, maar dan moet gezonde voeding wel een sportief en misschien een sexy imago krijgen.

Hockey en voetbal kunnen van elkaar leren

Wie de initiatieven vergelijkt ziet dat er verschillende benaderingen worden gebruikt. Het is nog niet duidelijk welke succesvol is, maar het zal ook afhankelijk zijn van de verschillende typen sporters. Hockeypubliek is anders dan voetbalpubliek, maar toch zijn er overeenkomsten. Ze kunnen van elkaar leren. Nu hockey ook bereikbaar wordt voor meer mensen is dat een mooi moment om meer kennis over promoten van een gezonde voeding in de sport met elkaar te delen en dan door te geven aan de sportbonden, zodat we daarmee zoveel mogelijk sporters en publiek bereiken.
Zo kunnen we er op den duur voor zorgen dat kinderen in plaats van een maatje-meer naar een sportief maatje-minder gaan en er toch voor zorgen dat ze op een gezonde en plezierige manier een maatje groter bereiken in hun sportieve activiteiten.

Want plezier in sporten en eten is voor iedereen belangrijk!