Meer kennis voedingsbehoefte paralympiërs nodig

Er komt steeds meer aandacht voor paralympische sporters. Dat geldt niet alleen voor de technische faciliteiten die nodig zijn voor een optimale sportbeoefening, maar ook voor de fysiologie en de voeding. Paralympische sporters zijn nogal een heterogene groep. Daarom is het lastig om een algemene voedingsrichtlijn voor alle paralympische sporters te ontwikkelen. Hoe kun je dan voorkomen dat paralympische sporters voedingstekorten hebben?

Veel verscheidenheid in beperkingen

Paralympiërs vormen een heel heterogene groep sporters met een verscheidenheid aan beperkingen. Bij paralympische sporters gaat het dan om blijvende handicaps. Dat kunnen beperkingen zijn door minder goed functionerende ledematen, onvolgroeide ledematen, verminderde beweeglijkheid van de gewrichten, maar ook dwarslaesies, verminderde spierkracht, verminderd zicht en/of gehoor en/of verstandelijke beperkingen. Omdat elke beperking zijn eigen unieke gevolgen heeft voor het functioneren, zijn er verschillende sportklassen per sport vastgesteld. Elke beperking heeft andere gevolgen voor de energiebehoefte. Daarnaast geldt ook dat elke type sport weer leidt tot een andere energiebehoefte en timing van voedingsstoffen en voedingsmiddelen.
Combineer de verschillende beperkingen met de verscheidenheid in sporttypen en het wordt duidelijk dat er geen standaardrichtlijn vastgesteld kan worden voor duur-, kracht- esthetische en spelsporten voor paralympiërs.

Weinig kennis over voeding

Zoals ook al eerder opgemerkt blijkt dat er weinig kennis is over voeding voor paralympiërs. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar ook voor andere landen. Uit een Japans onderzoek dat in 2021 is gepubliceerd geven paralympiërs zelf aan dat ze over weinig voedingskennis beschikken. Dat is eigenlijk niet verwonderlijk, omdat er domweg (te) weinig kennis voorhanden is over goede voedingsstrategieën voor paralympische sporters. Er zijn heel weinig data bekend uit studies naar voedingsbehoefte bij paralympiërs. In de studies die er bekend zijn waren de groepen deelnemers zeer beperkt, waardoor deze studies meer gezien moeten worden als een indicatie dan een sterk bewijs.
De belangrijkste aanbeveling uit dit onderzoek is dan ook dat er meer onderzoek nodig is naar de voedingsbehoefte van paralympiërs.

Supplementgebruik door paralympiërs

Het is uit eerder onderzoek van Wardenaar bekend dat (top)sporters vaker voedingssupplementen gebruiken dan de gewone burgers die geen topsport bedrijven. Het zal je niet verbazen dat paralympiërs ook vaker voedingssupplementen gebruiken dan mensen die nooit/weinig sporten. Een groep wetenschappers uit Canada onderzocht wat er bekend was over het nut van supplementgebruik door paralympiërs. In deze studie die ook in 2021 werd gepubliceerd, blijkt dat er nauwelijks bewijs is voor de meerwaarde van supplementen voor paralympiërs. Daarbij is gekeken naar cafeïne, creatine, visolie, eiwitten en aminozuren, nitraat, vitamine D en buffers, zoals bèta-alanine en natriumbicarbonaat. Het is echter ook niet hard te maken dat deze sportspecifieke supplementen niet werkzaam zouden zijn bij paralympiërs, omdat ook hier weer geldt dat er een grote verscheidenheid aan beperkingen is. Dat maakt dat ook hier geldt dat er per beperking meer onderzoek nodig is om goede richtlijnen te ontwikkelen voor het gebruik van supplementen door paralympiërs.

Welke kennis is nodig voor voedingsaanbevelingen paralympiërs?

In een onderzoek van Jorvik, Vardardottir en Broad wordt duidelijk dat er kennis verzameld moet worden op verschillende gebieden om voedingsbehoefte voor paralympiërs te bepalen. Het gaat dan om de invloed van de beperking(en) op de fysiologie en op de basaal-stofwisseling. Verder moet er dan gekeken worden wat de invloed is van de beperking op de lichaamssamenstelling van de sporter. Daarbij gaat het dan onder andere om de invloed van de beperking(en) op de lichaamssamenstelling (verhouding vetmassa/vetvrije massa), mogelijkheid tot spieropbouw en botmineralisatie in kaart te brengen. Ook moet er onderzocht worden wat de invloed van de beperking(en) is op de behoefte aan energie en andere voedingsstoffen.
Pas als we hier meer over weten kan er gericht gewerkt gaan worden aan richtlijnen voor paralympiërs.

Wat heeft de maatschappij hieraan?

Naast paralympische (top)sporters zijn er nog veel meer mensen met beperkingen die actief mee (willen) doen in de maatschappij. Zij verdienen ook onze aandacht om een goede levenskwaliteit te kunnen bereiken. Onderzoek bij sporters levert informatie voor de sporters zelf, maar ook voor niet-sporters. Uit onderzoeksgegevens bij sporters kunnen vertaalslagen worden gemaakt voor richtlijnen en adviezen voor niet-sporters. Veel van de voedingsadviezen kunnen bijvoorbeeld ook worden gebruikt bij revalidatietrajecten.
Voor paralympiërs en anderen met een beperking geldt dat een goede voedingstoestand kan bijdragen tot een betere lichamelijke gezondheid. Daarnaast kan een goede voedingstoestand ook voor hen bijdragen aan meer regie over het eigen leven en een goede levenskwaliteit.

anneke-palsma

Zoek je een advies voor voeding bij jouw sport, dan kun je bij mij terecht.

Drs. Anneke Palsma