Melk: mortale motor?
“Melk drinken leidt tot meer botbreuken en het verhoogt de sterftekans” volgens de kranten. Melk is dus geen witte motor, maar een hakbijl voor botten. Als dit waar is betekent dit dat we al jaren foute adviezen geven. Maar klopt de krantenkop wel met wat de onderzoekers zelf in het oorspronkelijke artikel beweren? En wat is er eigenlijk onderzocht? En wat is dan een zinvol advies?
Onderzoekers trokken een minder stevige conclusie dan de media
Zweedse onderzoekers publiceerden in het British Medical Journal of Medicine de resultaten uit een onderzoek waarin ze gekeken hebben of er een verband aangetoond kan worden tussen een hoge inname van melk en sterftekans en botbreuken bij mannen en vrouwen.
Hun conclusie luidde: “Een hoge melkinname leidt niet tot minder botbreuken, maar bij de beide onderzoeksgroepen blijkt dat er meer mannen en vrouwen overleden binnen de subgroepen die veel melk drinken. Er zou een verband kunnen zijn tussen de lactose-inname en het galactosegehalte van melk en veroudering. Het onderzoek dat hier is uitgevoerd is niet geschikt om een oorzakelijke relatie vast te stellen tussen melkinname en botbreuken en sterktekans. De resultaten geven wel aan dat er gekeken moet worden naar de aanbevelingen voor veel melk als preventie voor botbreuken bij mensen die hier een hoog risico op hebben. Er is meer onderzoek nodig om harde uitspraken te doen over de aanbevelingen voor melk.”
Dat is dus anders dan de krant, de tv en internet hebben laten zien.
Hoe is het onderzoek dan uitgevoerd?
Voor dit onderzoek zijn bij ruim 61.000 vrouwen in 1987 en 1997 voedingsvragenlijsten en leefstijlgegevens over het voorgaande jaar verzameld en bij een groep van ruim 45.000 mannen is dit alleen in 1997 gedaan. Bij de inname van zuivel werd ook gekeken of het om gewone of gefermenteerde melkproducten zoals yoghurt en kaas ging en ook werd er uitgevraagd of het magere, halfvolle of volvette zuivelproducten betrof.
Daarna is van de deelnemers die na 1997 zijn overleden de doodsoorzaak in kaart gebracht met behulp van het Zweedse registratiesysteem voor doodsoorzaken. Verder is nagegaan welke deelnemers een botbreuk hebben opgelopen aan de hand van het Zweeds nationale patiëntregistratiesysteem. Bij meerdere fracturen werd alleen het eerste fractuur meegeteld.
Tussen 1997 en heden zijn er geen data verzameld over de voedingsgewoonte.
Daarnaast zijn ook de (wijzigingen) in de burgerlijke staat van de deelnemers in kaart gebracht vanaf 1997.
De effecten van galactose op veroudering werden gevonden na onderhuidse injecties bij knaagdieren. Bij mensen komt de galactose vrij tijdens de vertering van lactose en de galactose wordt dan via het bloed naar de lever vervoerd en omgezet naar een stofwisselingsproduct van glucose.
Opvallende zaken uit de statistiek in dit onderzoek
In dit onderzoek werden deelnemers die minder dan een glas melk per dag drinken gezien als mensen die een lage melkconsumptie hebben wie meer dan 3 glazen als iemand met een zeer hoge inname. Het bestuderen van de kenmerken van de verschillen tussen de mensen met een lage en een hoge melkconsumptie leert dat de mensen die veel melk drinken ook een hogere energie-inname hebben, ze roken vaker en ze zijn vaker alleenstaand. Bij de vrouwen die veel melk drinken valt op dat ze een hogere inname hebben van vet en verzadigd vet dan de vrouwen die weinig melk drinken.
Doodsoorzaken en fracturen
Na ruim tien jaar bleek dat er beduidend meer vrouwen overleden waren die meer dan drie glazen melk per dag dronken dan vrouwen die minder dan 1 glas melk per dag dronk. Van de vrouwen die veel melk dronken stierven er in verhouding meer aan hart en vaatziekten en ze hadden ook vaker botbreuken dan de groep die weinig zuivelproducten gebruikte.
Bij de mannen zijn de verschillen in sterfte minder uitgesproken en met betrekking tot fracturen is er geen verschil tussen de mannen die veel en die weinig melk drinken.
Opvallende zaken in de totale verslaglegging
De conclusies van dit onderzoek zijn gebaseerd op de eenmalige afname van een voedselvragenlijst en vervolgens is er 13 jaar later gekeken naar het risico op fracturen en het sterfterisico. Nu kan er in 13 jaar tijd heel wat veranderen in de leefsituatie en leefwijze, maar dat is niet meegenomen in dit onderzoek. Hierdoor wordt een oorzakelijk verband tussen de inname van veel melk en een verhoogde sterftekans onwaarschijnlijk.
De veroudering door galactose werd gevonden bij knaagdieren nadat ze de galactose via een onderhuidse injectie kregen toegediend. De route van blootstelling is dus niet goed vergelijkbaar met de wijze van exposure, zoals deze bij de mens plaatsvindt.
Op basis van de kenmerken van de deelnemers aan deze onderzoeken kan er ook een samenhang zijn tussen alleenstaand zijn en een hogere sterftekans en roken en een hogere sterftekans en een hogere energie-inname en een hogere sterftekans. Maar er kunnen ook andere oorzaken zijn die hier niet zijn gerapporteerd, zoals gebruik van alcohol of een hoge zoutinname.
Conclusies
1. Op basis van dit onderzoek kan niet worden gesteld dat het drinken van melk tot meer botbreuken bij vrouwen leidt. Melk lijkt dus geen hakbijl voor botten.
2. Er is geen oorzakelijk verband aangetoond tussen het drinken van meer dan drie glazen melk per dag en een hogere sterftekans. Melk lijkt geen mortale motor.
3. De auteurs hebben gelijk dat de uitkomsten met grote zorgvuldigheid moeten worden geïnterpreteerd en dat er meer onderzoek nodig is naar de effecten van veel melkconsumptie op lagere termijn.
4. De media hebben de waarschuwing van de auteurs niet ter harte genomen.
5. De aanbeveling op basis van de eerdere onderzoeken van Willet (neem niet meer dan 3 glazen melk per dag) is dus nog steeds verdedigbaar.