Nieuwe voedingsnormen voor eiwit

Onlangs heeft de Gezondheidsraad nieuwe voedingsnormen voor eiwitten bekend gemaakt. Waarop zijn deze normen gebaseerd? Wat betekenen deze nieuwe normen voor de voedingsadviezen voor sporters en ouderen? Hoe wordt bij het vaststellen van nieuwe voedingsnormen rekening gehouden de huidige voedingsgewoonte van “de Nederlander”? Hoe kunnen deze voedingsnormen worden vertaald naar de praktijk?

De algemene voedingsadviezen voor eiwitten

Voor gezonde volwassenen tot 60 jaar geldt dat er geen wijzigingen zijn in de aanbevelingen voor de eiwitbehoefte. Dat betekent dus dat de berekening van 0,8-1 g eiwit per kg lichaamsgewicht voor het vaststellen van de eiwitbehoefte gehandhaafd blijft. Voor volwassenen vanaf 60 jaar wordt dezelfde berekening voor de eiwitbehoefte als voor de overige volwassenen aangehouden. De Gezondheidsraad vindt dat er nog onvoldoende bewijskracht is om een hogere norm vast te stellen voor gezonde mensen ouder dan 60 jaar. De enige groepen waarvoor een hogere eiwitbehoefte geldt zijn vrouwen die zwanger zijn, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen in de groei. De adviezen voor deze groepen zijn afhankelijk van de leeftijd (bij kinderen) en fase van de zwangerschap of mate waarin borstvoeding wordt gegeven. Zie ook pag. 33 van Advies-Voedingsnormen-voor-eiwitten-referentiewaarden-voor-de-inname-van-eiwitten. Meer over de achtergronden waarop de nieuwe voedingsnormen voor eiwitten zijn gebaseerd vind je op deze pagina.
Bij de nieuwe eiwitnormen is geen uitspraak gedaan over de mate waarin de eiwitinname over de dag verdeeld dient te worden.

Belangrijke voorwaarden voor optimale eiwitbenutting

Er zijn wel drie voorwaarden nodig om ook een optimaal gebruik te kunnen maken van de eiwitten in de voeding. Allereerst moet de voeding voldoende energie (calorieën) leveren. Daarnaast is het nodig dat de voeding voldoende vitamine B6 bevat. Verder is het nodig dat er voldoende koolhydraten (suikers) ingenomen worden. Als een voeding onvoldoende energie en/of koolhydraten levert worden eiwitten gebruikt als brandstof. Dat heeft tot gevolg dat eiwitten dan niet meer beschikbaar zijn voor andere functies. Eiwitten dienen als bouwstof van lichaamsweefsel. Verder worden ze gebruikt om afweerstoffen tegen ziekten te maken. Meer over de functies van eiwitten vind je hier.
Vitamine B6 is een vitamine dat belangrijk is bij de stofwisseling van verschillende aminozuren (bouwstenen van eiwitten). Daarnaast is dit vitamine betrokken bij de opbouw van lichaamseiwitten vanuit aminozuren. Belangrijke bronnen van vitamine B6 zijn vlees, eieren, graanproducten, peulvruchten en melk en melkproducten.

Uitgangspunten voor het algemene voedingsadvies voor eiwitinname

De nieuwe voedingsnormen voor eiwitten gelden voor  gezonde mensen met een gezond gewicht. Voor mensen die een dieet volgen gelden de persoonlijke adviezen die ze met hun behandelaar hebben afgesproken. Bij een “dieet” wordt hier bedoeld: een voeding die afwijkt om een medische reden en die aangepast is aan één persoon. Bij algemene voedingsnormen gaat het altijd over mensen met een gemiddelde activiteit. Omdat er naar gelijke voedingsnormen in Europa wordt gestreefd is er uitgegaan van de voedingsnormen van de European Food and Safety Agency (EFSA). Daarna is gekeken hoe de EFSA-normen het beste aangepast kunnen worden aan de Nederlandse voedingsgewoonte.

Specifiek voor Nederlanders

Bij het vaststellen van de normen is niet alleen naar de voedingsgewoonte gekeken maar ook naar de lichaamslengte in verhouding tot het lichaamsgewicht. Mensen die langer zijn, wegen ook zwaarder. Ze moeten meer lichaamsweefsel onderhouden. De Nederlanders behoren tot de langste mensen in Europa. Daarom zijn absolute eiwitaanbevelingen (g/dag) in Nederland hoger dan in landen waar mensen minder lang zijn. De relatieve eiwitnormen (g eiwit/kg lichaamsgewicht) zijn in andere landen gelijk aan die van Nederland. Voor gezonde mensen die minder lang zijn en dus ook een lager gezond gewicht hebben geldt dus ook in Nederland een lagere absolute aanbeveling voor de inname van eiwit.

Hoe zit het voor sporters, en vegetariërs?

Duur en krachtsporters zijn actiever dan de gemiddelde Nederlander. Ze gebruiken ook meer energie en hebben daardoor een hogere energiebehoefte. Daarnaast hebben sporters een hogere eiwitbehoefte omdat er sprake is van meer spieraanmaak en spieronderhoud. Voor krachtsporters kan dit oplopen tot 2 g eiwit per kg lichaamsgewicht. Voor duursporters geldt een advies van 1,2-1,7 g eiwit/kg lichaamsgewicht.
Vegetariërs en vooral veganisten zijn voor hun eiwitinname afhankelijk van plantaardige eiwitten. De aminozuursamenstelling van plantaardige eiwitten wijkt sterker af van het lichaamseiwit dan voor dierlijk eiwit het geval is. Daarom geldt voor vegetariërs en veganisten een hogere aanbeveling voor eiwit. Vegetariërs krijgen het advies om 1,2 g eiwit/kg lichaamsgewicht. Veganisten doen er goed aan om 1,3 g eiwit/kg lichaamsgewicht in te nemen.

Ouderen: eiwitinname combineren met (kracht)training

Voor ouderen geldt dat er bij een goede gezondheid en een gemiddelde activiteit geen hogere behoefte is aan eiwit. Nu zijn er nogal wat ouderen die ondervoed zijn. In verpleeg en verzorgingshuizen gaat het om 20-25%. Van de thuiswonende ouderen wordt geschat dat 15-20% van hen ondervoed is. Bij ouderen die ondervoed zijn spreken we van een ongezonde situatie. Zij krijgen het advies om meer eiwitten te gebruiken. Daarnaast wordt er extra lichamelijke activiteit aangeraden, zodat de extra eiwitten in het lichaam worden gebruikt voor spieropbouw. Met name krachttraining is hiervoor geschikt. Omdat de belastbaarheid bij een ondervoede oudere laag is, is het raadzaam om dit rustig op te bouwen. Een goede samenwerking tussen fysiotherapeut en diëtist is hierbij belangrijk.

Eiwitspreiding: begin bij het ontbijt

Het is jammer dat er in de aanbevelingen voor de eiwitinname geen uitspraken worden gedaan over eiwitspreiding. Om tot een optimale inname van eiwitten te komen is het juist handig om de eiwitrijke voedingsmiddelen over de dag te spreiden. Eiwitrijke voedingsmiddelen hebben doorgaans ook een hoge verzadigingswaarde. Voor mensen met een verhoogde eiwitbehoefte (ouderen en sporters) is het daarom handig om de inname van eiwitrijke voedingsmiddelen over de dag te spreiden. Juist door kleine porties eiwitrijke voedingsmiddelen verspreid over de dag lukt het dan beter om aan de verhoogde behoefte te voldoen. Vooral voor ouderen kan dit helpen om voldoende eiwitten in te nemen. Voor sporters geldt dat zij de eiwitinname ook gekoppeld is aan de trainingsschema’s en overige activiteiten.
Om de dag goed te starten is het daarom aan te raden om bij het ontbijt al te starten met een paar eiwitrijke voedingsmiddelen, zoals zuivelproducten, vlees(waren), ei of een combinatie van volkoren graanproducten met noten.

anneke-palsma

Zoek je een advies voor voeding bij jouw sport, dan kun je bij mij terecht.

Drs. Anneke Palsma