Nieuwe voedingsnormen voor energie
Op 16 augustus 2022 bracht de Nederlandse Gezondheidsraad het advies uit over Voedingsnormen voor energie. Het gebeurt regelmatig dat de Gezondheidsraad nieuwe voedingsnormen uitbrengt. Op dit moment loopt er een heel traject waarin alle voedingsnormen geëvalueerd worden. Wat is daar het nut van? Wat is er gewijzigd? En wat betekent dat voor de professional en de consument?
Waarom nieuwe voedingsnormen voor energie?
Op dit moment wordt er gestreefd naar een eenheid in alle voedingsnormen in Europa. In dit hele traject speelt de European Food and Safety Agency (EFSA) een belangrijke rol. Binnen de EFSA werken Europese voedingswetenschappers samen aan algemene voedingsnormen die binnen Europa gebruikt kunnen worden om landelijke/regionale voedingsnormen bij te stellen. De Nederlandse Gezondheidsraad doet dat door de wetenschappelijke rapporten van de EFSA en zes andere nationale en internationale organisaties die belangrijk zijn voor ons land mee te wegen in hun oordeel. Het adviesrapport met de bijbehorende achtergronddocumenten is hier te vinden.
Hoe leidend zijn deze normen?
In dit rapport worden aanbevelingen gedaan voor de gewenste gemiddelde energie-inname. Daarbij gaat het dan om een advies op groepsniveau. Daarbij wordt er uitgegaan van een gemiddelde lengte en gewicht van personen. In de aanbevelingen wordt eerst benoemd wat er nodig is voor de grondstofwisseling, oftewel het basaalmetabolisme. Het gaat dan om de energie die nodig is voor de meest basale levensprocessen. Deze omvatten de ademhaling, bloedsomloop, de spijsvertering en alle andere fysiologische en anatomische levensprocessen. Let wel het gaat hier om groepsgemiddelden. Dat betekent dat een professional die een voedingsadvies geeft over energie-inname altijd kijkt naar de persoonlijke gegevens, zoals leeftijd, gewicht, lengte, medicijngebruik en activiteitenniveau.
Voor welke doelgroepen is er een advies geformuleerd?
De Gezondheidsraad geeft in dit rapport richtlijnen voor de totale energie-inname in kCal/kJoules voor alle leeftijdsgroepen tot de leeftijd van 70 jaar. Er worden aparte leeftijdsklassen gehanteerd voor zuigelingen van 0-5 maanden, zuigelingen van 6-11 maanden, 1-17 jarigen en volwassenen vanaf 18-29 jaar, 30-39 jaar, 40-49 jaar, 50-59 jaar en 60-69 jaar. Daarnaast worden er aanbevelingen gegeven voor zwangere vrouwen per trimester en vrouwen die borstvoeding geven. In de leeftijdscategorie van 1-17 jaar wordt zowel voor jongens als voor meisjes een aparte norm per jaar vastgesteld. Vanaf het begin wordt er voor meisjes van een lagere energiebehoefte uitgegaan ten opzichte van die van de jongens. Dat is ook logisch, omdat meisjes minder spierweefsel hebben en doorgaans ook lichter en kleiner zijn dan jongens.
Gemiddelde activiteitenniveau kan afwijken
Verder geeft de Gezondheidsraad een overzicht van de totale energiebehoefte bij verschillende activiteitenniveaus voor elke leeftijdsgroep. Het activiteitenniveau wordt daarbij uitgedrukt in Physical Activity Level (PAL). Deze kan variëren van 1,0 tot en met 5,0, waarbij 1,0 voor totale rust staat en 2,5 tot 5,0 alleen bij extreem hoge activiteit, zoals een Tour de France of een expeditie in extreme koude, zoals tijdens een Poolexpeditie. De PAL is een gemiddelde toeslagfactor waarmee de BMR wordt vermenigvuldigd om een globale berekening te maken van het totale energiegebruik/energiebehoefte per dag. Daarbij worden voor alle leeftijdsgroepen de meest voorkomende PAL-waarden uitgelicht. Het gaat dan om licht actief (PAL = 1,4), matig actief (PAL = 1,6), actief (PAL + 1,8) en zeer actief (PAL = 2,0).
Het kan best lastig zijn om de PAL-waarde in te schatten voor een persoon, omdat mensen vaak denken dat ze veel actiever zijn dan de werkelijke score. Daarom blijft het nodig om het gewicht te blijven monitoren bij een advies voor energie-inname.
Zijn “we” hiermee voldoende geïnformeerd?
Het is mooi dat er alweer meer zaken opgehelderd zijn over de energiebehoefte, maar de huidige normen zijn gebaseerd op een gemiddelde lengte(groei) en een gewicht dat daarmee in verhouding is. Voor mensen met overgewicht en obesitas komen deze aanbevelingen niet overeen met hun behoefte, omdat ze zwaarder zijn. Daarnaast kunnen er door chronische ziekten en/of medicijngebruik afwijkingen ontstaan in de energiebehoefte. Ook over de energiebehoefte voor mensen vanaf 70 jaar is te weinig bekend om daar duidelijke richtlijnen op groepsniveau voor op te stellen.
Wat kunnen we met deze nieuwe normen?
Zoals eerder benoemd zijn deze normen geformuleerd op groepsniveau. Het zijn gemiddelden op basis van een gemiddeld gewicht en lengte en een geschatte PAL. Op individueel niveau kun je echter niet veel met deze normen. Voor wedstrijd en topsporters die op verschillende intensiteit trainen geldt dat zij beter een advies kunnen krijgen waarbij op basis van specifieke sportactiviteiten berekend wordt hoeveel energie ze per dag nodig hebben.
Voor de gewone consument betekenen deze normen niet zoveel. Het zijn met name de professionals die hiermee goed worden geïnformeerd en op basis daarvan hun klanten beter kunnen informeren over een gewenste energie-inname. De consument heeft vooral baat bij de persoonlijke voedingsadviezen. Daarvoor kun je hier meer informatie krijgen.