Nudging en de gemiste kans
In de gezondheidsnota van mei 2010 wordt gesteld dat de gezonde keuze gemakkelijker moet worden gemaakt. De overheid wil af van de preventiecampagnes die zij als betuttelend bestempelt. Campagnes die nog wel voortgezet worden zijn “De gezonde sportkantine” en “De gezonde schoolkantine”. Volgens minister Schippers kan het publiek over voldoende informatie beschikken. Dus zet ze alleen in op nudging en het weerbaarder maken van jongeren om overgewicht en de gerelateerde aandoeningen aan te pakken. Dit beleid vertoont hiaten, maar biedt ook kansen.
Nudging oftewel Liberaal paternalisme
Nudging betekent het geven van een duwtje in de goede richting. Het begrip “nudge” is door Richard Thaler en Cass Sunstein geïntroduceerd, maar werd mogelijk bekender door Monty Python.
Nudging als sleutel tot aanpak van overgewicht bestaat onder andere uit het presenteren van gezonde voedingsmiddelen als de meest voor-de-hand-liggende keuze en de ongezonde eet- en drinkwaren worden minder opzichtig uitgestald.
Daarnaast worden buurtcoaches ingezet om mensen meer te laten sporten.
Belemmeringen
Nudging kan goed toegepast worden in een school-, sport, of bedrijfskantine, maar de praktijk is weerbarstiger. De verkoop van pizzapunten nam toe gedurende de laatste vier jaar en slechts 20% van de schoolkantines het predicaat “Gezonde schoolkantine” mag voeren, hoewel deze actie al langer dan 5 jaar loopt. Sportverenigingen zijn bang dat hun omzet daalt en scholen kunnen kritiek van ouderraden verwachten als ze het aanbod van frisdranken, snoep en snacks verminderen.
Ook in winkels zijn dergelijke opstellingen denkbaar, maar dit botst met het belang van de verkoper voor het halen van zijn/haar omzet. En het is de vraag of we dit moeten willen.
Het is niet duidelijk of het buurtcoaches lukt om mensen aan het sporten te krijgen. En wat te doen als de mensen het niet willen, of ze hebben onvoldoende geld om sportschoenen te betalen.
Weerbaar maken
Minister Schippers zet in op het weerbaarder maken van jongeren voor de verleiding van ongezonde voedingsmiddelen. Dit lijkt op de vroegere aanpak van pesten. Hierbij werd ook min of meer gezegd dat het slachtoffer weerbaarder moest zijn, waarbij gemakkelijk de indruk gewekt kon worden dat “er iets aan het slachtoffer mankeerde”.
Bij deze aanpak van overgewicht krijgt de commercie die vrij spel. Zij is beter toegerust (lees: heeft meer financiële armkracht) dan de preventielobby. Reclame gericht op kinderen jonger dan 12 jaar wordt niet verboden. Er wordt bezuinigd in het onderwijs, terwijl hier de inzet wordt verwacht om kinderen weerbaarder te maken tegen voedselverleidingen. En zo lijkt dit beleid meer op het willen omgooien van een olifant met behulp van wattenschijfjes.
Zijn mensen voldoende geïnformeerd?
Informatie en epidemiologische verwarring
In het debat over de gezondheidsnota van 5 maart 2012 werd gezegd dat iedereen via internet over voldoende informatie kan beschikken. Echter in Nederland is 1,1 miljoen (ca10%) van de potentiële beroepsbevolking laag geletterd, terwijl de meeste informatie uit geschreven tekst bestaat.
Daarnaast wordt de bevolking via radio en tv overspoeld met allerlei berichten over voeding. In de rapporten “Nederlanders aan het woord over gezondheid en gezond leven” en “Een nuchtere kijk op gezondheid” wordt opgemerkt dat de consument er geen wijs meer uit wordt wat er nu wel en niet gezond is. Dat wordt ook wel aangeduid als epidemiologische verwarring.
Burgers willen dat informatie dichtbij huis te vinden is en dat ze persoonlijke vragen kunnen stellen aan een deskundige. Daarnaast biedt het betrekken van de “gewone bevolking” kansen om het beleid beter af te stemmen op de behoeften van de doelgroepen en de draagkracht ervoor te vergroten.
De gemiste kans kan worden ingehaald
De minister gaf aan dat er maatwerk nodig is om de keuze voor gezonde voeding gemakkelijker te maken, maar ze verzuimde om toe te lichten hoe dat vorm moet krijgen.
Laat ze daar nou een prachtig tool voor hebben. Er staat een goed opgeleide groep mensen klaar die dit maatwerk kunnen leveren. Deze mensen zijn ook heel goed in staat om met mensen samen een strategie uit te denken hoe er met voedselverleidingen omgegaan kan worden. Deze groep mensen is zeer enthousiast en willen hier graag aan werken.
Wie ze zijn: natuurlijk de diëtisten!!!