Preventie is als slagroom

Het is een beetje vreemd, maar slagroom en preventie van overgewicht hebben meer raakvlakken dan gedacht. Maandagochtend 30 januari ’12 kopte het Algemeen Dagblad dat Minister Schippers bezorgd is over de toename van overgewicht. Ze vindt dat het gemakkelijker moet worden voor mensen om uit de luie stoel te komen. Het rapport Nederland de Maat Genomen meldt een forse toename van overgewicht. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alleen bewegen niet leidt tot gewichtsverlies, maar dat dit gecombineerd dient te worden met een persoonlijk aangepast voedingsadvies. De minister bezuinigt echter fors op preventie en dieetzorg… met drastische gevolgen. Slagroom is een luxe voedingsmiddel en de overheid lijkt preventie van overgewicht ook als een luxe te beschouwen. Wat is de aanleiding voor deze berichten?

Belangrijkste bevindingen uit dit rapport

Uit het rapport “Nederland de Maat Genomen” blijkt dat bijna de helft van de mannen en een op de drie vrouwen te zwaar is. Zowel bij de mannen als de vrouwen had één op de acht obesitas. Een te dikke buik kwam bij ongeveer een op de vijf mannen en twee van de vijf vrouwen voor. 6% van de mannen en 5% van de vrouwen leed aan diabetes. Een kwart van deze personen wisten niet dat zij deze ziekte hadden.
In het hele rapport komt het woord “dieet” niet voor. Wat zeggen andere rapporten?

Meerdere adviezen

In het rapport “Preventie van welvaartsziekten” wordt opgemerkt dat “gemeenten en zorgverzekeraars gezamenlijk dienen op te trekken om gezondheidsproblemen in de wijk aan te pakken”. Zie ook “Levensverwachting laagopgeleiden kan worden verbeterd“. In het rapport “Effect van verandering in de energie-inneming oplichamelijke activiteit op het lichaamsgewicht” wordt onder andere geconcludeerd dat “Beleid gericht op afvallen ook aandacht dient te hebben voor het voedingspatroon.” In de Gezondheidsnota  staat op pagina 3 dat mensen leven “in een omgeving waarin de gezonde keuze gemakkelijk is”. De minister wil niet betuttelen want mensen zijn voldoende geïnformeerd om gezonde keuzes te maken op voedingsgebied, maar dat klopt niet. Er is echter meer samenwerking op lokaal en landelijk niveau nodig en voeding dient daar een belangrijk onderdeel van uit te maken. Voedingsvoorlichting gericht op preventie van overgewicht is pas dertig jaar oud.

Een lesje geschiedenis

In 1981 introduceerde het Voorlichtingsbureau voor de Voeding (de voorganger van het Voedingscentrum) de maaltijdschijf, omdat het accent in de voedingsvoorlichting meer naar het voorkomen van welvaartsziekten diende te verschuiven. Helaas verkeerde ons land toen ook in een economische crisis en voor de weinig beschikbare vacatures voor diëtisten meldden zich meer dan 100 sollicitanten. Er waren voldoende mensen die voedingsinformatie konden geven, maar de overheden trokken er (ook toen al) geen geld voor uit.
De maaltijdschijf en de opvolgers ervan zijn nooit zo bekend geworden als de schijf van vijf die op in 1981 al dertig dienstjaren had. En in de loop van de daarop volgende dertig jaar (1981-2011) nam het overgewicht gestaag toe, terwijl er zeven jaar geleden een convenant werd gesloten…

Convenant Gezond Gewicht

In 2005 (tijdens een van de vorige economische crises) werd het Convenant Gezond Gewicht opgericht. In deze werkgroep is de voedingsindustrie rijk vertegenwoordigd, terwijl voedingskundigen nauwelijks worden gehoord. Zoals gebruikelijk tijdens perioden van recessie werd er toen ook bezuinigd op preventie. En nog steeds zijn voorlichting en preventie luxe activiteiten die vooral niet te groots moeten worden aangepakt. Vandaar dat het Convenant Gezond Gewicht op 30 januari ’12 de Nationale Balans Top heeft georganiseerd in … Madurodam.
Het accent van deze bijeenkomst lag vooral op het promoten van de publiek-private samenwerkingsverbanden en het verbeteren van de omgeving voor de schooljeugd. Maar die omgeving was toch al gezond, of begrijp ik het niet goed?

De omgeving en de overheid

De schrijvers van de Gezondheidsnota denken wel dat de omgeving gezond is maar de realiteit is anders. Denk maar eens aan de pas geïntroduceerde snoepautomaat in de bus, waar het niet toegestaan is om je zelf meegebrachte boterham of appel te nuttigen. De overheid hanteert de eigen-schuld-dikke-bult-politiek en past de minimale interventie strategie (MIS) toe. MIS is roepen dat het probleem heel erg is, maar dat de doelgroepen dit aan zichzelf te wijten hebben. En zittend in het pluche achter een stapel rapporten en gebruik makend van oneliners zonder inhoud pleit de minister van VWS zichzelf vrij van het nemen van verantwoordelijkheid voor dit probleem.

Voedingsadviezen door anderen

Edith Schippers vindt dat voedingsadviezen evengoed door anderen gegeven kunnen worden dan de diëtist. De diëtist was in 2012  wegbezuinigd en de zorgvragers werden overgeleverd aan lager gekwalificeerd en soms zeer ondeskundige commerciële zorgaanbieders die graag hun supplementen aan de man/vrouw brengen met alle gevolgen van dien. De minister heeft hiermee als doel om de zorgkosten op langere termijn te drukken. Wie haar dit heeft voorgespiegeld, heeft kennelijk op deze manier leren rekenen. Als de diëtist niet meer vergoed wodt zullen patiënten vaker een beroep doen op duurdere zorg die gelukkig wel wordt vergoed. En als er opnieuw op dieetzorg wordt gekort door dit (ontbreken van) beleid zal er vaker gebruik gemaakt worden van duurdere (ziekenhuis)zorg. Met andere worden de baten leiden tot meer kosten.

Moraal: preventie en slagroom

Voeding is een eerste levensbehoefte, maar goede voedingsadvisering en preventie van welvaartsziekten wordt door de overheid nogal eens als luxe gezien. Zodra de economie ietwat hapert wordt er gelijk gekort op preventie, omdat de opbrengst hiervan op korte termijn minder zichtbaar is. Kennelijk ziet de overheid preventie van overgewicht als slagroom.
Voor slagroom op de koffie moet extra worden betaald en als je kosten wilt besparen laat je de room dus weg.
En de preventiewerkers??? Ach, voor de overheid zijn we toch wegwerpmensen

anneke-palsma

Zoek je een advies voor voeding bij jouw sport, dan kun je bij mij terecht.

Drs. Anneke Palsma