Tour de France voedingsapp?

Renners steeds dunner?

De renners verbruiken een behoorlijke hoeveelheid energie. Daarom is er veel voeding nodig, met name brandstoffen. Maar ook de bouwstoffen zijn van belang en natuurlijk voldoende vocht voor de warmteregulatie en vitamines voor de regulerende functies en mineralen en spoorelementen voor de regulerende functies en als bouwstof.
Toch lijkt de indruk te bestaan dat de wielrenners steeds dunner en dunner worden. tenminste als je de presentatoren van de Avondetappe mag geloven. Maar in de uitzending van 13 juli 2019 geeft sportdiëtiste Karin Lambrechtse, je weet wel van Dansen is (top)sport,  een toelichting hoe het werkelijk zit. Misschien lijkt het wel dat renners dunner worden, maar er is steeds meer belangstelling voor een goede lichaamssamenstelling waarbij de renner niet te zwaar is, maar wel voldoende spierkracht heeft en voldoende brandstof voor elke etappe.

Veel voeding nodig

In een eerdere aflevering van deze blog werd al eens stilgestaan bij de hoeveelheid eten die een wielrenner nodig heeft. Er werd zelfs een kookboek voor wielrenners uitgegeven waarin naast recepten ook wat tips werden gegeven. Voor sporters geldt in het algemeen dat ze doorgaans meer voedingsstoffen nodig hebben dan de “gemiddelde burger met een gezond gewicht en die daarnaast ook voldoet aan de beweegnorm”. Het gaat dan om brandstoffen voor de benodigde energie die geleverd moet worden en om de bouwstoffen voor het herstel van het spierweefsel dat door het sporten wordt beschadigd.

Welke voedingsstoffen en voedingsmiddelen?

Voedingsstoffen die gebruikt kunnen worden als brandstof zijn voornamelijk koolhydraten voor de snelle levering van energie tijdens activiteit en vetten voor de energielevering in rust. Koolhydraten worden voornamelijk geleverd door brood, en andere (volkoren)graanproducten, (volkoren)pasta, rijst, quinoa en aardappelen en fruit tijdens de normale maaltijden en sportrepen en sportbrood, en sportdranken tijdens de etappe zelf. Vollkorenproducten verdienen de voorkeur voor de normale gezonde voeding, maar voor de wilerenners geldt dat de extra vezels ook tot het vasthouden van extra vocht leidt. Daarom wordt er ook wel gewerkt met vezelarme voeding tijdens de grotere meerdaagse wielerrondes. De vetinname vindt vooral plaats tijdens de hoofdmaaltijden, zoals het ontbijt en de avondmaaltijd. Daarnaast kan er nog wat vet toegevoegd worden in de herstelmaaltijden direct na de etappe.

Gewicht: niet te veel en niet te weinig

Hoewel het er dus kennelijk op lijkt dat de renners ondergewicht hebben lijken er toch veel minder renners aan een eetstoornis te leiden. Toch weegt een klassement-renner tegenwoordig gemiddeld nauwelijks meer dan 70kg. Om het gewicht en de lichaamssamenstelling goed te kunnen monitoren wordt er gewerkt met een app waarmee de sporters kunnen zien hoeveel ze moeten eten. Binnen deze app staan de analyses van alle gerechten die er tijdens deze Tour de France worden gegeten. Omdat niet alle renners gelijk zijn er voor de verschillende groepen renners (op basis van gewicht en lichaamsbouw) aanpassingen gemaakt, zodat ze voldoende voedingsstoffen binnen krijgen voor de te leveren sportieve prestatie. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de verschillen in temperatuur. Op basis daarvan worden dagelijks verschillende aanpassingen op maat gemaakt die voor een optimaal herstel zorgen.
Er is dus geen sprake van ondergewicht, maar juist voldoende gewicht voor het behoud van een zo optimaal mogelijke lichaamssamenstelling.

Kleine gewichtsschommelingen gedurende het gehele jaar

Tijdens de Tour en andere grote ronden is het van belang om dan niet te veel en niet te weinig te wegen. Na een grote meerdaagse wielerronde kan er dan wat meer ruimte worden genomen om even wat extra te kunnen eten en “even wat minder streng te zijn voor zichtzelf”. Toch wordt de app ook in de thuissituatie gebruikt om het gewicht wel te kunnen blijven monitoren en vlak voor de volgende grote ronde om naar een goed gewicht te streven en optimale lichaamssamenstelling te bereiken. De gewichtsschommelingen dienen natuurlijk niet te groot te zijn, bijvoorbeeld niet groter dan 2-3 kg of net iets meer. Juist door het gewicht en de lichaamssamenstelling gedurende het gehele jaar zo goed mogelijk te blijven monitoren blijft het goed te doen om de conditie ook goed op peil te houden.

Kennistransitie van sport naar gezondheidszorg

In het verleden zijn er al meer zaken die in de sport toegepast worden ook gebruikt binnen revalidatie- en ouderenzorg en bij de behandeling van mensen die kanker hebben of voor kanker behandeld gaan worden. Er is dan sprake van een kennistransitie van de sport naar de zorg.
Tijdens de eerder genoemde uitzending van de Avondetappe werd er over een app gesproken die door de wielrenners wordt gebruikt. Een dergelijke app kan ook voordelen kan hebben voor iedereen die een dieet volgt of die op zijn voeding wil letten.
Kortom ook dit kan weer leiden tot een mooie kennistransitie van sport naar de verschillende onderdelen en vormen van zorg.