Vaker in de bonen
Deze titel lijkt op het zaaien van verwarring, maar dat is niet de bedoeling. In de nieuwste voedingsadviezen wordt het eten van peulvruchten aangeraden. Peulvruchten werden de laatste decennia minder vaak in de voedingsvoorlichting genoemd. Wat zijn de gezondheidsvoordelen van peulvruchten? Waarom wordt het eten van peulvruchten nu extra gepromoot door de Gezondheidsraad?
Waarom vaker peulvruchten op het menu?
Peulvruchten kunnenbijdragen tot een verlaging van het gehalte aan LDL-cholesterol in het bloed. Dit type cholesterol wordt gezien als een van factoren die tot hart- en vaatziekten kan leiden. In de Richtlijnen Goede Voeding 2015 wordt echter opgemerkt dat er geen exacte hoeveelheid voor peulvruchten per dag of week kan worden benoemd, omdat onderzoeksgegevens hiervoor ontbreken. Hierbij is de Gezondheidsraad uitgegaan van peulvruchten als onderdeel van een gezond voedingspatroon om hart- en vaatziekten te voorkomen.
Daarnaast zijn peulvruchten prima leveranciers van eiwit, koolhydraten, vezels, vitamine B1, calcium en ijzer. Bovendien zorgt een hogere consumptie van peulvruchten ervoor dat het milieu minder wordt belast en ons voedselgebruik duurzamer wordt.
Peulvruchten niet populair
Helaas heeft de “gemiddelde peulvrucht” zijn imago tegen. Uit de laatste Voedselconsumptiepeiling blijkt namelijk dat de gemiddelde Nederlander ongeveer 3 g peulvruchten per dag eet (zie pagina 3 van dit document). Peulvruchten kunnen ook winderigheid veroorzaken. Wie daar snel last van heeft kan ze beter in kleine hoeveelheden eten. Dat blijkt de gemiddelde Nederlander dus al langer te doen. Uit de trends in de voedselconsumptiepeilingen van 1987 tot 1998 (zie pagina 54 en 144 van dit document) blijkt dat de Nederlander de laatste decennia steeds minder vaak peulvruchten op het menu had staan. Kennelijk waren er ook in de afgelopen 30 jaar steeds meer mensen die het mogelijk hartgrondig met Bartje eens waren toen hij zei: “ik bid nie veur brune bonen” (schuif de teller naar 6.00 min). Wie het televisiefragment kent of nu bekeken heeft, kon zien dat het gerecht alleen uit bruine bonen bestond, terwijl er veel meer soorten peulvruchten zijn die goed gecombineerd kunnen worden met groenten.
Meer dan alleen bruine bonen
Naast de overbekende bruine bonen zijn er veel meer soorten, zoals linzen, adukibonen, kikkererwten, grauwe erwten, chilibonen, gele bonen, zwarte bonen, etc. Ze kunnen verwerkt worden tot allerlei soorten gerechten. We kunnen hierbij ook leren van onze immigranten. Zo kennen we falafel, bara, chili con carne, bonenschotels, maar we hebben ook onze eigen overbekende erwtensoep. Kortom met peulvruchten is er zoveel meer te verzinnen dan alleen een snertmenu. Toch kan de peulvrucht nog wel een duwtje in de rug gebruiken.
Promotie van de peulvrucht
Dagevos en collega’s van Universiteit Wageningen vonden in 2012 dat peulvruchten niet zo gauw door consumenten worden benoemd als eiwitbron of vleesvervanger (zie pagina 31 en 32 van dit document). Dat blijkt ook het geval in veel andere landen. Daarom heeft de Verenigde Naties 2016 uitgeroepen tot het jaar van de peulvruchten. Ook de Nederlandse bonenbende doet hieraan mee. Op hun pagina vind je allerlei peulvruchtenweetjes en lekkere recepten.
Vaker in de bonen: lekker en gezond
In de bonen hoeft dus niet te leiden tot verwarring, maar kan gewoon erg lekker zijn en het kan de gezondheid verbeteren. En wie er “rustig aan mee wil beginnen” kan ze prima combineren met groenten zodat het menu nog volwaardiger wordt. En wil je meer weten hoe jij peulvrchten in jouw menu kunt verwerken, schroom dan niet, maar neem gerust contact op.