Duurzame voeding

Je hoort het gelukkig steeds vaker dat mensen nadenken of zelfs al actief bezig zijn met duurzame voeding. Toch kun je daar van alles onder verstaan. Ook het actief bezig zijn met duurzame voeding kent verschillende uitingen. Je kunt op een duurzame manier voeding produceren, maar je kunt ook op een duurzame manier inkopen en bereiden. Kortom “duurzaam” is een breed begrip, maar wat omvat het zoal?

Het begrip “Duurzaam” verklaard

De “dikke Van Dale” geeft twee definities voor duurzaam, namelijk “weinig aan slijtage onderhevig” en “het milieu weinig belastend”. Op deze pagina, staan nog veel meer definities van duurzaam. De Noorse Premier Brundlandt definieerde het begrip Duurzaamheid in zijn rapport in 1987 als volgt: “Ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheden van de toekomstige generaties om in behoefte te voorzien.”
Als we daarin de vertaalslag naar voeding maken komt dit erop neer dat het dan gaat om voedselvoorziening voor iedereen waarbij rekening wordt gehouden dat er voldoende mogelijkheden zijn voor toekomstige generaties om ook over voldoende voeding te beschikken. Een mooie richtlijn daarvoor is te vinden in de blog over het dieet van de 21ste eeuw.

Welke voorwaarden zijn er nodig voor duurzame voeding?

Voedsel wordt als “duurzaam” aangemerkt als er dus zuinig omgegaan wordt met het milieu. Dat betekent dat er zuinig omgegaan wordt met water, de grond en met energie. Het is bij de voedselproductie ook belangrijk dat er zo weinig mogelijk gebruik gemaakt wordt van gewasbeschermingsmiddelen en in de veeteelt dat er zo weinig mogelijk antibiotica en andere geneesmiddelen worden toegepast. De afstand tussen de plaats waar het voedsel wordt geproduceerd en waar het wordt gegeten moet zo klein mogelijk zijn.

Duurzame voeding voor de consument

Voor de consument betekent het dat er niet meer voeding ingekocht wordt dan er wordt gegeten. Voor een goede gezondheid blijkt onbewerkte voeding het beste advies, zoals ook in de vorige blog is uitgelegd. Daarnaast lijkt het ook een pleidooi voor biologische voeding, vanwege de eisen voor het gebruik van gewasbescherming, medicatie en andere chemische middelen. Toch kan er ook gekozen worden voor reguliere voeding waarin ook zeer terughoudend gebruik gemaakt wordt van gewasbescherming, medicatie etc. Daarvoor is vertrouwen nodig in de producent(en) van voedsel.

Onbewerkt en niet verspillen

Door voor onbewerkte producten te kiezen is er dan automatisch al een lagere inname van allerlei chemische toevoegingen in voedsel, zoals kunstmatige conserveermiddelen, kleur-, geur- en smaakstoffen. Natuurlijke conserveermiddelen, kleur-, geur en smaakstoffen kunnen wel met mate worden gebruikt. Je kunt dan denken aan bietensap, citroensap, kruiden en specerijen. Onbewerkt, of licht bewerkt, hoeft geen synoniem te zijn voor smakeloos, kleurloos en zeer kort houdbaar.
Voedsel kan namelijk ook op natuurlijke manieren zelf geconserveerd worden, bijvoorbeeld door fruit en groenten in te vriezen of te drogen.

Ziekterisico bij intensieve veehouderij

Nu is het zo dat bij een grotere veestapel (per boer) ook een grotere kans bestaat op dierziekten. Waar meer dieren dicht opeen leven kunnen er bij uitbraak van een ziekte gelijk behoorlijk wat dieren ziek worden. In het verleden leidden dergelijke uitbraken al vaker tot een ophokplicht. In ergere gevallen, leidde het tot het moeten doden van dieren om hen verder lijden te besparen en consumenten te beschermen. Al met al voor de boer betekent dat naast economische schade ook tot veel persoonlijk leed. Het probleem voor de boeren is namelijk dat ze veel dieren nodig hebben om hen en hun familie van een redelijk inkomen te voorzien.
Alleen al daarom is het nodig dat er niet zomaar ingezet wordt op het beperken van de veestapel voor het milieu. Er moet ook gekeken wordt hoe de veeteelt zich kan aanpassen aan milieueisen en toch voldoende inkomen kan opleveren.

Minder opbrengst uit biologische teelt

Wanneer er ook nog eens geëist wordt om gewassen te telen zonder toepassing van gewasbescherming of kunstmest kan dat ook tot inkomensonzekerheid leiden. Nu zijn er wel biologische manieren van bestrijding, maar daar zijn nog verbeterslagen voor nodig. Bij plagen en gewasziekten is de opbrengst van de gewassenteelt (veel) lager, dus heeft de teler minder inkomsten. Ook de opbrengst over meerdere jaren blijkt daardoor veel lager te liggen dan bij gangbare teelt. Het inkomensverschil tussen plaagvrije jaren en jaren waarin veel gewasziekten en plaagdieren voorkwamen kan aanzienlijk zijn. Daarvoor zijn geldreserves nodig voor meerdere jaren. Praktisch gezien levert dat grote problemen.

Eerlijke prijzen

Er zijn pleidooien voor eerlijke prijzen voor voedsel. Dat zou betekenen dat de prijs ook in verhouding staat tot de productie en verwerkingskosten. Daarbij kun je dan ook nog de milieubelasting van voedsel(productie) mee berekenen. Voor veel producten zou dat tot een kostenstijging leiden. Dit geldt met name voor eiwitrijke dierlijke producten zoals vlees, vis en zuivel.
Er wordt vaker gepleit voor een lager tarief voor groente en fruit. Daarvoor geldt ook dat er goed over nagedacht moet worden hoe de telers er voldoende inkomen uit kunnen halen voor henzelf en hun gezinnen.

Inzet en samenspel van meerdere partijen op verschillende beslisniveaus nodig

Het zal duidelijk zijn dat productie van duurzame voeding volgens principes van biologische landbouw en veeteelt nog niet zo eenvoudig is. Inkomsten voor boeren en telers moeten goed geborgd kunnen worden. Daarnaast geldt dat consumenten bereid èn in staat moeten zijn om hogere prijzen voor voedsel te betalen.
Ook voedselvaardigheden zijn een must voor de consument om op huishoudelijk niveau goed met voeding om te gaan. Het gaat dan om een goede planning van inkoop, maaltijden, goede manieren van bewaren om bederf te voorkomen. Daarnaast dient de consument ook een goede schatting te maken van hoeveel voedsel er voor een huishouden nodig is. Ook is kennis van productie en oogsttijd nodig bij de consument om te weten welke groenten beschikbaar kunnen zijn. Ook kookvaardigheden zijn belangrijk om groenten (en andere producten) op een gezonde manier te kunnen bereiden.

Goede voorbeelden?

Mooie voorbeelden waarin duurzaamheid op meerdere terreinen wordt benaderd vinden we in de Blue zones. Ook in de Canadese Voedingsrichtlijnen wordt het belang van voedselvaardigheden opgemerkt. Wellicht kunnen deze voorbeelden helpen om in Nederland een andere, meer duurzame richting in te slaan voor het voedingsbeleid.

anneke-palsma

Zoek je een advies voor voeding bij jouw sport, dan kun je bij mij terecht.

Drs. Anneke Palsma